Doorgaan naar hoofdcontent

Afschuiven

Sinds enige weken is het aanrecht van mijn keuken een kleine afval verwerking centrale geworden. Ga maar na, uien snijden, in de groenbak. Macaronizak in de grijze bak, en sinds kort een fles voor de slasaus in een speciaal door de overheid uitgereikte plastic zak, formaat kabouter.

Dus als ik aan het koken ga. En dat doe ik iedere avond echt waar, is een deel van mijn taak gedicteerd door overheid- gerelateerde handelingen: het scheiden van afval.

Nu had ik al nooit genoeg aan de groene en grijze bak, want ook nog flessen, kranten?
Ja, die gaan dan in AH.nl kratjes. Dus in mijn keuken en buiten, om mijn keuken, stapelt zich het afval, weliswaar gesorteerd, behoorlijk op. Wat te doen met groter worden nieuwe categorie plastic afval?
Er zijn speciale verzamelpunten opgesteld in onze stad Eindhoven. En “mijn” verzamelpunt is 2 kilometer rijden en moet ik daar sowieso met de auto (CO2) naar toe vanwege de vracht afval. “Dat kan anders” moeten buurtgenoten hebben gedacht.
Want sinds enige weken is de Albert Heijn, 300 meter verderop, een bont verzamelpunt van onze verwarring geworden.

Er staat een nieuwe grote container met daarop wat je wel aan plastic en wat niet aan plastic gestort mag worden. U raadt het al. De lijst met "wat niet" is veel langer, nog afgezien van het feit dat geen hond die lange lijsten leest. Gaat u even met mij mee boodschappen doen bij Albert Heijn bij ons om de hoek?

We fietsen, want dichtbij en we hebben 1 zakje plastic afval bij ons. We parkeren onze fiets in de daartoe bestemd rekken. Dan struikelen we bijna over een speciale aanbieding van NRC Next in de vorm van een enthousiaste student, twee honden vastgeknoopt aan het fietsenrek, een zwerver met de zwerverskrant, 5 pubers lurkend aan een shagje en een collectant voor een gehandicapten stichting.

Als we onze blik iets verruimen krijgen we nog wat extra prikkelingen binnen in de vorm van DE AFVALCONTAINER. Waar vroeger grote bakken stonden voor onze flessen waar je zo lekker de vorige avond in kon smijten, en daarnaast een bak voor afgekloven kleding, staan nu kleine bakjes voor de flessen, kleding kunnen we niet meer kwijt, en dan TADA! De grote blinkende nieuwe container voor het plastic afval. Maar wat is dat? Rondom deze container in een cirkel van een paar meter staan wel 30 plastic zakken, groot klein, open en dicht. Schaaltjes van het vlees bungelen buiten, (ziet u de ratten ’s nachts al de restjes aflikken?) flessen van de wasverzachter lonken postuum met hun geur. Wat is hier aan de hand?

We gaan het aan de chef van de Albert Heijn vragen, een man die fungeert als de vraagbaak van de buurt. “kunt u ons vertellen wat al dat afval daar doet?”
“Ja, dat is een ramp, we hebben de Gemeente er al over gebeld, het blijft maar komen. Iedere maandag ruimen twee extra krachten alles op, we weten simpelweg niet wat we er mee aan moeten”. ”Waar brengen uw medewerkers dat afval dan naar toe?”
“Nou we huren een busje (CO2) en rijden dan naar de stort. Daar wordt dan alles in de restafval container gedumpt. Maar eigenlijk is dat helemaal onze verantwoordelijkheid niet, moet ik u zeggen, maar ja, het staat hier allemaal vies te zijn op onze stoep dus je moet wat hè?”

Wat is hier aan de hand? De overheid begint een goedbedoelde actie om het afval, aan de bron, het huishouden, zoveel mogelijk te laten scheiden. Dat bespaart kosten bij de afvalverwerking. Daar kan ik me iets bij voorstellen. We ontvangen een brief van twee kantjes, een speciale plastic zak en veel plezier ermee. Geen enkele logica in wat wel en wat niet in die plastic zakken moet. Geen sancties op het niet vervullen van onze burgerplicht. Verzamelpunten op kruispunten waar je niet mag stilstaan (stopverbod), laat staan een veilig parkeerhaventje om uit te kunnen stappen en je afval te deponeren.
Geen wonder dat we onze verwarring tonen door burgerlijk ongehoorzaam te zijn. En de Albert Heijn? Die neemt zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus en heeft naast de koffie corner nu de taak van een stadsdeelkantoor erbij.

Reacties

Populaire posts van deze blog

  Als de schuurdeuren op zondag open gaan…   Op het platteland wonen betekent ruimte, rust en regelmaat. Alles gaat zijn gang, de boer ploegt, de dominee dartelt rond op huisbezoek en de notaris noteert wat dagelijkse beslommeringen zodat de mensen zich geen zorgen hoeven te maken. Maar als de zes dagen van werken, eten en slapen gedaan zijn dan gebeurt er iets van andere orde. Op de zevende dag vindt er een gedaanteverwisseling plaats. De mensen trekken een ander kostuum aan, lopen naar hun schuren, garages en andere bouwsels en gooien de boel open. Achter die deuren staan paarden of paardenkrachten te wachten op hun bevrijding om zo de eigenaren te bevrijden. In het openzwaaien van die deuren voltrekt zich een grote opluchting, een zucht naar vrijheid een verlangen naar snelheid, herrie en onvoorspelbaarheid.   Een verborgen rijkdom brult en hinnikt en de eigenaren vertonen een brede lach,   zij kiezen een pad waar ze de rest van de week voor werken en naar verlangen. O

Funky Nassau

Een Blog over een cadeautje aan jezelf. Dansen! Sinds 6 jaar dans ik twee keer per week bij Bruce Dance Factory in Eindhoven. En dat is goed voor de conditie, de ontspanning, de energie en levenslust. maar vooral: dat gevoel!!   Het gevoel dat je krijgt als je regelmatig danst bij Bruce Dance Factory (BDF) laat zich misschien wel het beste beschrijven als   ´ Funky Nassau ’. Open deze link terwijl je verder leest.  https://www.youtube.com/watch?v=XOann4GOpm8   Vandaag had ik een gesprek met de oprichter en eigenaar van BDF, Bruce Yanez, na de maandagochtend dance work out. De aanleiding was een uitdagende choreografie,  waar zowel Bruce als wij helemaal in op gingen, daar spraken we na de les verder over. ‘Welke inspiratie zagen wij vanochtend Bruce?’ ‘Voor de les dacht ik even heel sterk aan mijn moeder’ vertelde Bruce, ‘en als vanzelf had ik de choreografie voor de les gebaseerd op haar’. ’Hoe zit dat dan Bruce was je moeder danslerares?’ Ha, ha,

Moederdag en nacht

's Avonds laat, net voor het slapen gaan wil ik nog even contact hebben met mijn moeder. Daarom loop ik dan even naar buiten. Dan kijk ik naar de sterrenhemel. Ik kijk omhoog en vraag: ’zie je me?’ en ik geloof dan dat ze daar aan de bar zit met mijn vader. In de sfeer van de vijftiger jaren, met een cocktail in de hand. Ze is gelukkig. Onbezorgd. Het is een andere dimensie die ik kan aanraken als ik naar de sterrenhemel kijk. Terwijl ik hier gewoon op aarde mijn leven leid, ben ik verbonden met iets daarbuiten. De tijdloze verbondenheid met mijn moeder vertaalt zich in de sterren aan de hemel. Dat zal misschien wel de bedoeling zijn van de sterren. Want immers als je ze ziet zijn ze al lang gestorven. Op dat moment, als ik naar buiten loop stel ik mij in contact met de oneindigheid en bestaat er geen tijd meer. Van moeder op dochter en daarna. Want een moeder geeft de tijd aan haar dochter, en de dochter geeft weer de tijd aan haar dochter. Het is een eindeloze verbintenis