Als de schuurdeuren op zondag open gaan… Op het platteland wonen betekent ruimte, rust en regelmaat. Alles gaat zijn gang, de boer ploegt, de dominee dartelt rond op huisbezoek en de notaris noteert wat dagelijkse beslommeringen zodat de mensen zich geen zorgen hoeven te maken. Maar als de zes dagen van werken, eten en slapen gedaan zijn dan gebeurt er iets van andere orde. Op de zevende dag vindt er een gedaanteverwisseling plaats. De mensen trekken een ander kostuum aan, lopen naar hun schuren, garages en andere bouwsels en gooien de boel open. Achter die deuren staan paarden of paardenkrachten te wachten op hun bevrijding om zo de eigenaren te bevrijden. In het openzwaaien van die deuren voltrekt zich een grote opluchting, een zucht naar vrijheid een verlangen naar snelheid, herrie en onvoorspelbaarheid. Een verborgen rijkdom brult en hinnikt en de eigenaren vertonen een brede lach, zij kiezen een pad waar ze de rest van de week voor werken en naar verlangen. O
Opgroeiende in de jaren 70 ontwikkelde ik mijzelf in de richting van zelfredzaamheid. In de opbouwjaren na de 2 e wereldoorlog werden wij als jeugd in Nederland geconfronteerd met de harde werkers om ons heen en de familieleden met hun verhalen over de 2 e wereldoorlog en de wederopbouw. Voor zeuren, klagen of een vorm van contemplatie was geen plaats. Hard werken was geboden, immers de generatie die ons opvoedde had de oorlog meegemaakt, had geleden en kende een arbeidsethos vanuit het harde bestaan. Als jong meisje leerde ik dat meehelpen op alle fronten geboden was. Iedereen deed wat hij kon en dan nog iets meer. De school en de leerstof stonden hierin niet centraal, wel moest je natuurlijk een diploma halen maar welk diploma en of dit bij je persoonlijkheid hoorde, daar werd niet over gesproken. Het was een tijd van hard werken maar ook van elkaar opzoeken, verhalen uitwisselen om zo het bestaan vorm te geven. De oudere generatie bepaalde de mores voor de jongere generatie,