Doorgaan naar hoofdcontent

Allerlei Mensen en hun dingen: Vliegangst



De vrouw voor mij, in stoel 12 B tikte onrustig op de armleuning van haar vliegtuigstoel. Dit gerammel werd nog versterkt door haar zeven armbanden die los van elkaar en met grote onregelmatigheid verschillende kanten opdraaiden. Enkele strengen van haar lange blonde haar waren nat. Ze bewoog haar hoofd van links naar rechts en in deze beweging schuurde ze een gat in de hoes van de hoofdsteun.  Haar linkerbeen klapperde in een vervaarlijk snel ritme, en ze pakte weer een streng van haar blonde haar en stopte dat in haar mond. Luidsabbelend en neuriënd ging deze vrouw helemaal op in haar vliegangst.

Er zijn cursussen voor, vliegangst. Dan leren mensen met vliegangst om de controle los te laten en vertrouwen te hebben. In wezen een cursus in het leren leven. Vervang vliegangst maar door angsten van allerlei aard. Allerlei mensen hebben voor allerlei dingen angst. Voor spinnen. Pleinen. Autorijden. Of gewoon angst voor de angst. We kennen die tegelwijsheid wel: een mensch lijdt het meest van het lijden dat hij vreest. Hangt vaak in wachtkamers.

De man naast me had de vrouw met vliegangst ook opgemerkt en keek mij aan met een alwetende blik.’Ja, vliegangst hè’? Zei hij tegen mij en ik knikte maar eens.

Hij tikte op haar schouder en sprak op geruststellende toon tegen haar:’Juffrouw gaat het? Kunnen wij iets voor u doen?’ Geen antwoord, het schudden voor ons ging gewoon door. Ik bekeek de man naast mij op stoel 13 A eens wat beter. Groot, gespierd, gemoedelijk. Gebruind gezicht, ik schatte hem midden vijftig. ‘Gaat u ook naar Alicante?’ vroeg ik hem en dat brak het ijs tussen ons hij bulderde meteen van de lach. ‘Dat mag ik toch hopen ja, hoewel… je weet het nooit hè?’ De vrouw draaide zich met een ruk om, paniek in haar ogen ze siste:’ Hoezo dat mag ik hopen meneer? Op mijn ticket staat Alicante!’

De man schalde terug:’ Ja, op de mijne ook maar dat zegt niets!’ en hij begon te vertellen over hoe hij Nederlandse troepen uit Irak haalde en een tussenlanding in Dubai moest maken. Mijn interesse was gewekt. ‘U bent militair?’ vroeg ik hem.

‘Ik was vijfentwintig jaar vliegenier bij de Nederlandse Luchtmacht, ik ben eervol vervroegd met pensioen gegaan. Hij lachte kraaienpootjes. ‘Ik haalde Nederlandse militairen op uit Bosnië, Djibouti, Afghanistan en Irak met mijn Apache Helikopter . ‘Ik kan u heel wat verhalen vertellen over onze vliegavonturen.’ Hij genoot zichtbaar van de herinneringen.’Die keer dat ik onder vuur moest landen en de macht over de knuppel kwijtraakte en toen … de vrouw voor ons begon nu wel erg hard en diep adem te halen. ‘Wacht even’, zei hij tegen mij en haalde een plastic zakje uit zijn tas, boog voorover en reikte de vrouw het zakje aan: ’Hier juffrouw, adem maar even in dit zakje, u bent aan het hyperventileren’. De vrouw pakte het zakje aan en begon onder luid gesnotter in het zakje te piepen. Hij ging er weer voor zitten en vertelde verder’...Toen ik dus midden in de vuurlinie moest proberen die kist aan de grond te krijgen vloog er zomaar een gedachte binnen en die ging als volgt: Als er iemand is dit vliegtuig zit wiens tijd het is, dan gaan we er allemaal aan. Kijk, en dat gaf me zo veel vertrouwen dat ik slaagde om de kist veilig te landen. Hij boog weer naar de vrouw voor ons, die weliswaar rustiger ademde maar met grote pupillen boven haar plastic zakje hem wild aan keek.

‘ Luister juffrouw ik weet niet of u dat net hoorde maar, weet u, het gaat met het vliegen, en eigenlijk met alles in het leven, het gaat om vertrouwen. Ik zei net tegen mijn buurvrouw dat ik dacht..’ En nu schroefde hij het volume wat op om er zeker van te zijn dat het te verstaan was,  ‘…Toen ik een kist onder grof geschut met militaire troepen er in veilig aan de grond moest krijgen; dacht ik, als er iemand is dit vliegtuig zit wiens tijd het is dan gaan we er allemaal aan. En zo, juffrouw moet u ook gewoon denken!

En toen zag ik dat de juffrouw opeens bewoog. Ze keek op haar horloge.



Reacties

Populaire posts van deze blog

  Als de schuurdeuren op zondag open gaan…   Op het platteland wonen betekent ruimte, rust en regelmaat. Alles gaat zijn gang, de boer ploegt, de dominee dartelt rond op huisbezoek en de notaris noteert wat dagelijkse beslommeringen zodat de mensen zich geen zorgen hoeven te maken. Maar als de zes dagen van werken, eten en slapen gedaan zijn dan gebeurt er iets van andere orde. Op de zevende dag vindt er een gedaanteverwisseling plaats. De mensen trekken een ander kostuum aan, lopen naar hun schuren, garages en andere bouwsels en gooien de boel open. Achter die deuren staan paarden of paardenkrachten te wachten op hun bevrijding om zo de eigenaren te bevrijden. In het openzwaaien van die deuren voltrekt zich een grote opluchting, een zucht naar vrijheid een verlangen naar snelheid, herrie en onvoorspelbaarheid.   Een verborgen rijkdom brult en hinnikt en de eigenaren vertonen een brede lach,   zij kiezen een pad waar ze de rest van de week voor werken en naar verlangen. O

Funky Nassau

Een Blog over een cadeautje aan jezelf. Dansen! Sinds 6 jaar dans ik twee keer per week bij Bruce Dance Factory in Eindhoven. En dat is goed voor de conditie, de ontspanning, de energie en levenslust. maar vooral: dat gevoel!!   Het gevoel dat je krijgt als je regelmatig danst bij Bruce Dance Factory (BDF) laat zich misschien wel het beste beschrijven als   ´ Funky Nassau ’. Open deze link terwijl je verder leest.  https://www.youtube.com/watch?v=XOann4GOpm8   Vandaag had ik een gesprek met de oprichter en eigenaar van BDF, Bruce Yanez, na de maandagochtend dance work out. De aanleiding was een uitdagende choreografie,  waar zowel Bruce als wij helemaal in op gingen, daar spraken we na de les verder over. ‘Welke inspiratie zagen wij vanochtend Bruce?’ ‘Voor de les dacht ik even heel sterk aan mijn moeder’ vertelde Bruce, ‘en als vanzelf had ik de choreografie voor de les gebaseerd op haar’. ’Hoe zit dat dan Bruce was je moeder danslerares?’ Ha, ha,

Moederdag en nacht

's Avonds laat, net voor het slapen gaan wil ik nog even contact hebben met mijn moeder. Daarom loop ik dan even naar buiten. Dan kijk ik naar de sterrenhemel. Ik kijk omhoog en vraag: ’zie je me?’ en ik geloof dan dat ze daar aan de bar zit met mijn vader. In de sfeer van de vijftiger jaren, met een cocktail in de hand. Ze is gelukkig. Onbezorgd. Het is een andere dimensie die ik kan aanraken als ik naar de sterrenhemel kijk. Terwijl ik hier gewoon op aarde mijn leven leid, ben ik verbonden met iets daarbuiten. De tijdloze verbondenheid met mijn moeder vertaalt zich in de sterren aan de hemel. Dat zal misschien wel de bedoeling zijn van de sterren. Want immers als je ze ziet zijn ze al lang gestorven. Op dat moment, als ik naar buiten loop stel ik mij in contact met de oneindigheid en bestaat er geen tijd meer. Van moeder op dochter en daarna. Want een moeder geeft de tijd aan haar dochter, en de dochter geeft weer de tijd aan haar dochter. Het is een eindeloze verbintenis