Stel je het volgende voor wat mij overkwam. Je zit te wachten bij de afdeling Radiologie samen met nog 5 andere mensen. Dochterlief is al enige tijd in behandelkamer 4 voor een röntgenfoto. Pomperdiepom. Koffiebekertje leeg, tijdschriften uit 1999 met dito neuskloddertjes, slijmpropjes, kauwgumrestjes en ezelsoortjes. Er staat een leeg ziekenhuisbed op wieltjes voor een van de behandelkamers.
En dan… komen er twee broeders aanlopen en kijken naar het lege ziekenhuisbed. Ze kijken in paniek om zich heen. ‘heeft u die patiënt gezien die net nog in dit bed lag?’ roept de langste broeder.
Niemand reageert, althans niet verbaal want er wordt wel
ongemakkelijk op de stoelen geschoven, naar links en rechts gekeken. Er staat
zelfs iemand op en loopt naar het bed om te kijken of er echt niemand in ligt.
Komt terug, haalt zijn schouders op en zegt dan:’nee, niemand, leeg’.
De kleinste broeder spreekt ons dan aan: ’ja, komt wel vaker
voor, dat we een patiënt kwijt raken’. Zegt die lange broeder: ’toch wel vijf
keer per dag hè?’ de ander knikt en vraagt: ’wil er iemand in dit bed gaan
liggen?’
Stilte. Met zijn vijven zien we elkaar voor het eerst, we
beginnen een beetje te glimlachen, knikken elkaar bemoedigend toe. Niemand zegt
iets. Die eerste broeder constateert dan: ’tja. Dan moeten we een vrijwilliger
aanwijzen’.
Twee van de wachtende mensen staan op en lopen richting wc.
Een ander stel staat ook op en loopt richting behandelkamer 3. Ik blijf alleen
over. Dat ging mij even iets te snel, ik stond nog volledig in de wachtstand.
De twee broeders lopen naar me toe en met een elegante zwaai draperen ze mij in
het ziekenhuisbed. De langste van de twee pakt nog even heel attent mijn
handtas en zet deze op mijn buik. En daar gaan we dan. En terwijl we door de
ziekenhuisgangen racen zegt de kleinste broeder tegen me: ’goed uitkijken hè
naar die patiënt, die moet hier ergens rondlopen’.
En voordat ik het weet ben ik weer terug bij de afdeling
Radiologie. Ik zie mijn dochter uit behandelkamer 4 komen. De langste broeder
zegt: ’kijk daar is ze al, ik wist dat we die patiënt samen wel zouden vinden!’
De broeders helpen mij uit het bed, reiken mijn handtas aan en roepen goedlachs
met zijn tweeën uit: ’Smile!you are on MMCandid
Camera!’
Zo lossen ze de saaie wachttijden op bij het Máxima Medisch
Centrum.
Reacties